De (voor)huwelijkse man-vrouwfirma en de wettelijke beperkte gemeenschap van goederen (FTV 2019/2)
12-04-2019 | Categorie: Literatuur
Mr. A.N. Labohm en prof. mr. A.H.N. Stollenwerck
Als samenwonenden een woning in mede-eigendom hebben en zonder het maken van huwelijkse voorwaarden met elkaar trouwen, dan valt de woning in de beperkte gemeenschap van goederen. Ook schulden die zij gemeenschappelijk zijn aangegaan of een schuld die betrekking heeft op een goed dat zij in mede-eigendom hebben, valt in de beperkte gemeenschap. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt niet dat is stilgestaan bij de mogelijke gevolgen als vennoten in een vof met elkaar in het huwelijk stappen zonder het maken van huwelijkse voorwaarden. Hoe past de gebonden gemeenschap van vennootschap in de (nieuwe) wettelijke beperkte gemeenschap van goederen? Dat is de centrale vraag in dit artikel. Als samenwonende ondernemers ook door het huwelijk met elkaar worden verbonden, ontstaan er twee vermogensrechtelijke sferen: de huwelijksvermogensrechtelijke en de vennootschapsrechtelijke. Tussen deze vermogensrechtelijke sferen kunnen botsingen ontstaan die voorkomen kunnen worden indien het huwelijksvermogensrecht en personenvennootschapsrecht goed op elkaar zijn afgestemd. Er is immers sprake van twee gebonden gemeenschappen, ieder met hun eigen regels en die sporen niet altijd met elkaar. Om de verbindingen en de knelpunten tussen de (voor)huwelijkse vof en de wettelijke beperkte gemeenschap in kaart te brengen, wordt in het artikel eerst ingegaan op de kernpunten van de vof en vervolgens op die van de wettelijke beperkte gemeenschap van goederen. De conclusie van de auteurs is dat de partners die in de periode dat zij met elkaar samenwoonden een vof zijn aangegaan en alsnog in het huwelijk wensen te treden, er heel verstandig aan doen om vooraf huwelijkse voorwaarden te maken om die sferen op elkaar af te stemmen en met elkaar te laten sporen. De voorhuwelijkse voorwaarden en de vof-akte kunnen dan op elkaar worden afgestemd. Als er geen huwelijkse voorwaarden worden overeengekomen en voor de echtgenoten-vennoten in huwelijksvermogensrechtelijke zin de wettelijke gemeenschap van goederen geldt, dan ontstaat er beslist een complexe situatie indien het huwelijk eindigt door de dood of door echtscheiding.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels onderstaande link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2019/2/3.
Naar literatuur overzicht