Wie is aansprakelijk indien het vergoedingsrecht niet kan worden voldaan (FTV 2019/2)
12-04-2019 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. M.R. Kremer
Het belang van vergoedingsrechten neemt toe voor echtgenoten sinds de invoering van de wettelijk beperkte gemeenschap van goederen per 1 januari 2018. Behalve een gemeenschap van goederen zullen beide echtgenoten vrijwel altijd ook enig privévermogen hebben. Vergoedingsrechten ontstaan in het geval van verschuivingen tussen deze verschillende vermogens. Indien de omvang van de wettelijke gemeenschap van goederen ontoereikend is om een vergoedingsrecht volledig te voldoen, vloeit noch uit de wet noch uit jurisprudentie van de Hoge Raad een directe aansprakelijkheid voor de helft van het tekort voor de andere echtgenoot voort. Uit art. 1:95 lid 2 BW volgt geen aansprakelijkheid van de ene echtgenoot indien de wettelijke gemeenschap van goederen een tekort vertoont om het vergoedingsrecht aan de andere (ex-)echtgenoot te voldoen. Op 19 oktober 2012 oordeelde de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2012:BX5576) dat de echtgenoot die een vergoedingsrecht heeft geen zodanige vordering op andere (ex-)echtgenoot verkrijgt. Voor alle duidelijkheid: beide echtgenoten dienen een tekort als gevolg van een vergoedingsrecht te dragen, omdat het ten laste van de gemeenschap komt. De aansprakelijkheid speelt dus een rol indien de andere echtgenoot weigert bij te dragen. Welke mogelijkheden biedt de wet om betaling te vorderen van de (ex-)echtgenoot die weigerachtig is zijn aandeel in het door de reprise veroorzaakte tekort bij te dragen? Als eerste behoort tot de mogelijkheden het doen van afstand van de gemeenschap door de echtgenoot die de reprise heeft (art. 1:103 BW). Een tweede mogelijkheid biedt soms art. 1:83 BW, zoals blijkt uit Hof Den Haag 24 augustus 2016 (ECLI:NL:GHDHA:2016:2674). Een derde mogelijkheid om de aansprakelijkheid van de andere echtgenoot op te baseren, biedt de bestuursregeling (art. 1:90 lid 2 BW). Om het risico te vermijden dat de andere echtgenoot in de toekomst weigerachtig zal blijken vrijwillig zijn deel bij te dragen in het tekort, is het raadzaam om schriftelijk de aansprakelijkheid van de andere echtgenoot voor diens aandeel in het eventuele toekomstige tekort om een vergoedingsrecht (reprise) te voldoen vast te leggen. Deze vastlegging hoeft niet in de dwingende vorm van huwelijkse voorwaarden. Dit is ook verstandig indien echtgenoten bij huwelijkse voorwaarden een gemeenschap van goederen hebben gecreëerd, alsook in het geval van meerinbreng door ongehuwden.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels onderstaande link het complete artikel raadplegen: artikel FTV 2019/2/2.
Naar literatuur overzicht