Fiscale wijzigingen 2019 (FBN 2019/1)
12-03-2019 | Categorie: Literatuur
Mr. F.A.M. Schoenmaker
Deze bijdrage in het eerste nummer van jaargang 2019 van het tijdschrift FBN geeft een overzicht van de voor de notariële praktijk relevante fiscale cijfers en wetswijzigingen die onlangs in werking zijn getreden.
(De wijzigingen in) de fiscale cijfers betreffen (o.a.):
- de inflatiecorrectie (1,2% t.o.v. 2018);
- de wettelijke rente (2%, ongewijzigd sinds 1 januari 2015);
- de tarieven en vrijstellingen van de SW;
- het tarief inkomen uit werk en woning in box 1 IB;
- het eigenwoningforfait;
- de verlaging van het toptarief waartegen eigenwoningrente aftrekbaar is (in 2019 49,0%);
- de aanpassing van het forfaitair rendement in box 3 IB (tot € 71.650: 1,94%, van € 71.650 tot € 989.736: 4,45%, € 989.736 en hoger: 5,60%);
- het heffingsvrij vermogen in box 3 IB (€ 30.360 p.p.);
- de tarieven voor de vennootschapsbelasting (tot € 200.000 19%, daarboven 25%).
De wetswijzigingen betreffen:
- art. 30g lid 4 AWR. Degene die tijdig een verzoek om een voorlopige aanslag of een navorderingsaanslag doet of tijdig aangifte doet, zal geen belastingrente in rekening worden gebracht indien de aanslag erfbelasting overeenkomstig wordt vastgesteld. Deze wijziging is van toepassing op aanslagen erfbelasting ter zake van overlijdens op of na 1 januari 2019. De wetswijziging ziet alleen op de tijdige indiening van aangiften en verzoeken waarin een aanslag erfbelasting wordt opgelegd in verband met overlijden. Derhalve niet op de overige gevallen genoemd in art. 45 lid 3 SW.
- art. 33a IW. Degene die een voordeel ontvangt van een schenker, kan op grond van het nieuwe art. 33a IW tot ten hoogste het bedrag van de begunstiging hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de belastingschuld van een schenker. Dit is het geval wanneer sprake is van een handeling die leidt tot een begunstiging en onverplicht is, van benadeling van de Ontvanger in zijn verhaalsmogelijkheden en van wetenschap van deze benadeling bij zowel de belastingschuldige als de begunstigde.
- art. 48 IW. De verhaalsmogelijkheden van belastingschulden van een erflater op erfgenamen zijn uitgebreid. Een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam is civielrechtelijk aansprakelijk met zijn gehele vermogen. Voor belasting- en aansprakelijkheidsschulden die worden vastgesteld na het overlijden van de erflater gold, dat een erfgenaam niet verder aansprakelijk is dan het bedrag van zijn erfdeel en van zijn legaten. In bepaalde situaties wordt deze laatste beperking losgelaten.
- de beperking van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld (de Hillen-regeling) vanaf 1 januari 2019. De aftrek wordt gedurende 30 jaar jaarlijks met 3,33% verlaagd. Voor 2019 kan derhalve 96,7% van het verschil tussen de voordelen uit eigen woning en de aftrekbare kosten uit eigen woning in aftrek worden gebracht.
- het vervallen van de fiscale aftrek van uitgaven voor monumentenpanden. Deze is vervangen door een subsidieregeling.
Wanneer u een abonnement heeft op SDU Opmaat, dan kunt u middels onderstaande link het complete artikel raadplegen: artikel FBN 2019/1.
Naar literatuur overzicht