Een bijzonder kind: het koude schoonkind en art. 25 SW (FBN 2018/58)
08-01-2019 | Categorie: Literatuur
Mr. A.J. Janssen
De verschillende bepalingen in de Successiewet en de AWR die tariefgroep en vrijstelling bepalen, sluiten niet naadloos op elkaar aan. Een casus met kinderen, kleinkinderen, schoonkinderen, ‘koude’ schoonkinderen (aangetrouwden van een stiefkind) en ex-schoonkinderen laat de werking van de verschillende bepalingen en hun onderlinge verband zien. Eerst schetst de auteur in dit artikel het wettelijk kader, civielrechtelijk en fiscaal, van de diverse relevante begrippen. De auteur behandelt daarbij het verschil tussen de Successiewet en de AWR ten aanzien van het begrip ‘kind’. Vervolgens past de auteur deze begrippen toe op de gegeven casus. De auteur concludeert dat koude schoonkinderen geen aanspraak hebben op een kindvrijstelling of het kindtarief. Ook verdient volgens hem de samentellingsregeling van art. 25 SW verduidelijking in het geval dat uitsluitend de partner van een bloedverwant verkrijger is. Ten aanzien van een ex-schoonkind concludeert de auteur dat geen sprake is van het kindtarief, maar wel van de kindvrijstelling, wegens een verschillende definitie in de Successiewet en de AWR.
Naar literatuur overzicht