IPR-huwelijksbetrekkingen en de nieuwe Europese verordeningen voor het IPR-huwelijksvermogensrecht en het IPR-partnerschapsvermogensrecht (WPNR 2018/7216)
14-12-2018 | Categorie: Literatuur
Prof. dr. B.E. Reinhartz
In dit artikel over de persoonlijke huwelijksbetrekkingen en de nieuwe Europese verordeningen voor het IPR-huwelijksvermogensrecht en het IPR-partnerschapsvermogensrecht geeft auteur eerst een kort historisch overzicht. Vervolgens bakent zij af wat onder de verordeningen valt en wat aan het commune (nationale) recht is overgelaten. In dit artikel richt de auteur zich vooral op de meer vermogensrechtelijke aspecten die zijn neergelegd in de art. 1:85, 1:86, 1:88 en 1:89 BW resp. art. 10:39-41 BW. In art. 10:39 BW staat de conflictregel ten aanzien van de dubbele aansprakelijkheid van art. 1:85 BW. In art. 10:40 BW vinden we de conflictregel ten aanzien van de toestemmingsvereisten van art. 1:88 BW. In art. 10:41 BW staat dat het in art. 10:39 en 40 BW bepaalde geldt ongeacht het tussen partijen toepasselijke recht op de persoonlijke huwelijksbetrekkingen. Met de invoering van de Verordening wordt het IPR-familievermogensrecht in Boek 10 BW grondig gewijzigd.
Met het programma IPR Huwelijksvermogensrecht stelt u snel, eenvoudig en nauwkeurig vast welk recht vanuit Nederlands perspectief van toepassing is op het huwelijksvermogensstelsel van echtgenoten.
Naar literatuur overzicht