De Europese huwelijksvermogensrechtverordening in de notariële praktijk. Waar moet de notaris opletten? (WPNR 2018/7216)
14-12-2018 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. T. Mellema-Kranenburg en mr. D. van den Hoonaard
Steeds vaker zijn ten gevolge van de internationalisering van de samenleving huwelijken en echtscheidingen met grensoverschrijdende gevolgen te zien. In dit artikel gaan de auteurs in op de aspecten van de Europese huwelijksvermogensrechtverordening waar de notaris mee te maken krijgt. Dat is in de eerste plaats de vraag welk recht van toepassing is op gesloten huwelijken met grensoverschrijdende aspecten. Deze vraag kan zich zowel vóór als tijdens het huwelijk voordoen. Daarnaast kan de vraag rijzen welk recht wenselijk is en hoe zo’n keuze gemaakt kan worden. Een andere vraag is of het wenselijk is een forumkeuze te maken voor een bepaalde rechter voor het geval er tijdens het huwelijk problemen ontstaan. Verder wordt aandacht besteed aan de situatie waarin een bepaald recht gekozen is, maar de betreffende juridische constructie in het buitenland niet bestaat. In hoofdlijnen wordt aandacht besteed aan derdenbescherming en de mogelijkheid voor een lidstaat om een regel van nationale wetgeving als voorrangsregel aan te wijzen. Tot slot wordt een enkel woord gewijd aan de fiscaliteit, bijvoorbeeld hoe in Nederland fiscaal wenselijk geachte constructies in een deelnemend land uitpakken.
Met het programma IPR Huwelijksvermogensrecht stelt u snel, eenvoudig en nauwkeurig vast welk recht vanuit Nederlands perspectief van toepassing is op het huwelijksvermogensstelsel van echtgenoten.
Naar literatuur overzicht