Het AB-besluit geactualiseerd, enkele onderdelen met betrekking tot het huwelijksvermogensrecht uitgelicht (FBN 2018/47)
12-11-2018 | Categorie: Literatuur
Mr. J.A. Hilberdink-Pol
Het verzamelbesluit ten aanzien van het aanmerkelijk belang (besluit 4 september 2012, nr. BLKB2012/101M) is geactualiseerd bij besluit van 9 maart 2018, nr. 2018-27139. In het AB-besluit zijn onder andere de voorwaarden opgenomen ten aanzien van het certificeren van aandelen. Het besluit bevat verschillende nieuwe onderdelen en wijzigingen die ook van belang kunnen zijn in geval van echtscheiding, het verdelen van een huwelijksgemeenschap en het aangaan of wijzigen van huwelijkse voorwaarden. De auteur geeft eerst een korte inleiding ten aanzien van het AB-begrip, waarbij een aantal hoofdregels ten aanzien van het huwelijk en AB worden genoemd. Vervolgens komen enkele ongewijzigde onderdelen uit het AB-besluit aan de orde inzake het toevoegen van verrekenbedingen aan huwelijkse voorwaarden, het overdragen van aandelen aan de echtgenoot tijdens huwelijk en bij echtscheiding. Nieuw is de goedkeuring ten aanzien van de verdeling van een huwelijksgemeenschap binnen twee jaar na de ontbinding daarvan. Ontbinding van de gemeenschap vindt plaats op het moment dat het verzoekschrift tot echtscheiding bij de rechtbank is ingediend. Alsdan begint de tweejaarstermijn te lopen. In het nieuwe besluit is opgenomen dat het tijdstip van de verdeling het moment is waarop wilsovereenstemming is bereikt over de verdeling van de tot de gemeenschap behorende goederen en de financiële consequenties daarvan. Als gevolg van de goedkeuring is het tijdstip waarop de notariële akte van verdeling wordt gepasseerd, niet meer relevant. De goedkeuring geldt ook ten aanzien van de verdeling van een nalatenschap. Ook hier geldt een tweejaarstermijn. Het tijdstip waarop is verdeeld, is het tijdstip waarop wilsovereenstemming tussen de erfgenamen is bereikt. De tweede nieuwe goedkeuring betreft juridische splitsing in het zicht van verdeling van de huwelijksgemeenschap. Fiscaal is een splitsing geen belaste vervreemding wanneer gebruikt kan worden gemaakt van de splitsingsfaciliteiten in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Een voorwaarde is dat de splitsing niet in overwegende mate gericht is op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. Splitsing van de vennootschap om het aanwezige ondernemingsvermogen te splitsen van het beleggingsvermogen in het zicht van echtscheiding of verdeling van de huwelijksgemeenschap is in beginsel geen zakelijk motief. Thans is in het nieuwe besluit een goedkeuring hiervoor opgenomen. Echter, er wordt wel aangegeven dat als in concrete gevallen de specifieke omstandigheden tot een andere conclusie kunnen leiden, zoals het aangaan van een huwelijksgemeenschap in het zicht van echtscheiding en vervolgens gebruik willen maken van de splitsingsfaciliteiten. Dan zal geen goedkeuring plaatsvinden.
Naar literatuur overzicht