De gevolgen van de beperkte gemeenschap van goederen voor de opeisbaarheid van erfrechtelijke vorderingen bij hertrouwen en voor de wilsrechten (Estate Planner Digitaal 2018/6)
25-06-2018 | Categorie: Literatuur
Mr. L. Stokkel
Met ingang van 1 januari 2018 is de wettelijke gemeenschap van goederen gewijzigd. Waar voorheen de ‘algehele’ gemeenschap van goederen de standaard was, is dat nu de beperkte gemeenschap van goederen. Wie op of na 1 januari 2018 huwt zonder huwelijkse voorwaarden, is getrouwd in deze beperkte gemeenschap van goederen. Wie vóór 1 januari 2018 is getrouwd zonder het maken van huwelijkse voorwaarden, is en blijft getrouwd in de ‘algehele’ gemeenschap van goederen (art. IV lid 1 Wet beperking omvang gemeenschap). Met algehele tussen aanhalingstekens, want helemaal algeheel was het al niet (art. 1:94 lid 2 BW (oud)). De belangrijkste wijzigingen zijn dat bij de beperkte gemeenschap van goederen voorhuwelijks privévermogen alsmede erfenissen en schenkingen buiten de gemeenschap van goederen blijven. Dit heeft ook gevolgen voor het erfrecht. In dit artikel behandelt de auteur twee onderwerpen: de opeisbaarheidsgrond van erfrechtelijke vorderingen bij hertrouwen en de wilsrechten.
Het online vakblad Estate Planner Digitaal verschijnt zes maal per jaar en bevat artikelen over actuele onderwerpen op het gebied van estate planning.
Naar literatuur overzicht