Navordering en erfenissen (Estate Planner Digitaal 2018/5)
25-06-2018 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. K.M.L.L. van de Ven
De in de Successiewet opgenomen erfbelasting behoort tot de zogenoemde aanslagbelastingen. In het systeem van de aanslagbelastingen komt een aanslag in beginsel tot stand op basis van een door de belastingplichtige ingediende aangifte. De inspecteur stelt vervolgens met behulp van die aangifte de belastingschuld vast. Bij het vaststellen van die aanslag moet de inspecteur de nodige zorgvuldigheid in acht nemen, en kan hij uitsluitend onder bepaalde voorwaarden een te laag opgelegde aanslag door middel van een navorderingsaanslag corrigeren. Zo vervalt de bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag als hoofdregel vijf jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan (art. 16 lid 3, eerste volzin AWR); voor de erfbelasting is dat vijf jaren na het moment van overlijden (art. 66 lid 1 sub 1° SW). Als te weinig belasting is geheven over een in het buitenland opgekomen of gehouden inkomens- of vermogensbestanddeel, wordt de termijn gesteld op twaalf jaren (art. 16 lid 4 AWR). In afwijking hiervan vervalt sinds 1 januari 2012 voor de erf-belasting de bevoegdheid tot navordering niet meer (art. 66 lid 4 SW). Op 23 februari 2018 heeft de Hoge Raad over deze onbeperkte navorderingstermijn arrest gewezen in een zaak waarin de interpretatie van het overgangsrecht centraal stond.
In dit artikel gaat de auteur in op de verlengde en onbeperkte navorderingstermijn, de verhouding tot het EU-recht en de mogelijke toekomst van de onbeperkte navorderingstermijn.
Het online vakblad Estate Planner Digitaal verschijnt zes maal per jaar en bevat artikelen over actuele onderwerpen op het gebied van estate planning.
Naar literatuur overzicht