De aanwijzing aan de vereffenaar op grond van artikel 4:210 lid 1 BW (Tijdschrift Erfrecht 2018/2)
16-05-2018 | Categorie: Literatuur
Mr. S.R. Baetens
De kantonrechter of, indien op grond van art. 4:208 BW benoemd, de rechter-commissaris heeft bij de vereffening van nalatenschappen een toezichthoudende functie. Art. 4:210 BW geeft de kantonrechter de instrumenten voor dat toezicht: hij kan de vereffenaar verzoeken inlichtingen over het verloop van de vereffening te verschaffen en aanwijzingen geven die de vereffenaar dient op te volgen. Hoewel de specifieke bewoordingen van art. 4:210 BW impliceren dat het initiatief voor een dergelijke aanwijzing vanuit de kantonrechter komt, valt uit jurisprudentie op te maken dat vereffenaars in toenemende mate dit artikel als basis gebruiken om een voorgenomen handeling aan de toets van de kantonrechter voor te leggen en aldus om een aanwijzing te verzoeken. Onder bepaalde omstandigheden staat zelfs derden een informele rechtsingang ten dienste om een aanwijzing voor een vereffenaar te verzoeken. In dit artikel gaat de auteur in op de bedoelingen van de wetgever bij art. 4:210 BW en op de mogelijkheden en onmogelijkheden die dit artikel thans biedt voor de kantonrechter/rechter-commissaris, de vereffenaar en voor derden-belanghebbenden. Daarbij besteedt de auteur eveneens aandacht aan de formele en procedurele aspecten van een verzoek tot een in art. 4:210 BW bedoelde aanwijzing.
Naar literatuur overzicht