De uitsluitingsclausule en gemeenschapsvermogen: voorkomen is beter dan genezen! (JBN 2018/25)
14-05-2018 | Categorie: Literatuur
Mr. H.J. de Jonge
De auteur bespreekt de uitspraak van het Hof Den Haag van 11 oktober 2017 (ECLI:nl:GHDHA:2017:3780). Hierin moest het hof oordelen over een vergoedingsvordering van een (ex-)echtgenoot op de gemeenschap wegens een onder uitsluitingsclausule verkregen erfenis. Ook andere (hof)uitspraken in vergelijkbare casussen komen in het artikel aan bod. Hieruit blijkt dat de rechtspraak een wisselend beeld laat zien ten aanzien van het al dan niet ontstaan van vergoedingsvorderingen op de gemeenschap, wanneer een uitsluitingsclausule is verwaarloosd. Zo zijn er uitspraken waaruit blijkt dat voor het ontstaan van een vergoedingsvordering niet bepalend is voor welke schulden van de gemeenschap de gelden zijn besteed. Er zijn echter ook uitspraken waaruit blijkt dat als de verkrijging is geconsumeerd, dit niet leidt tot het ontstaan van een vergoedingsvordering. De uitkomst is derhalve afhankelijk van de omstandigheden van het concrete geval. Volgens de auteur blijft deze rechtspraak ook van belang onder het nieuwe huwelijksvermogensrecht dat per 1 januari 2018 in werking is getreden. De ongewenste gevolgen van een uitsluitingsclausule kunnen volgens de auteur (zoveel mogelijk) voorkomen worden, bijvoorbeeld wanneer het verkregen vermogen is geconsumeerd. Hij formuleert dan ook een voorbeeld van een uitsluitingsclausule waaraan een regeling is gekoppeld voor verteerd vermogen.
Naar literatuur overzicht