'Latente' belastingpercentages: een hardnekkig misverstand met grote gevolgen (FTV 2018/13)
08-05-2018 | Categorie: Literatuur
Drs. H. Hoeve
In een uitgebreid artikel concludeert de auteur dat belastingheffingspercentages geen contante waarde kennen. Eerst behandelt de auteur de vraag wat (wiskundig) de waarde van een goed is. Voorts wordt de conclusie aan de hand van wiskundige formules toegepast op een pakket aanmerkelijkbelangaandelen, al dan niet met verkrijgingsprijs, en op een stille reserve in een pand dat in een BV zit. Vervolgens worden belangrijke fiscale literaire bronnen aan de hand van de wiskundige conclusie onder de loep genomen:
- Mobach-cursus;
- Cursus Belastingrecht S&E;
- N.C.G. Gubbels in EB 2013/89 ('AB-aandelen: nominale of contante belastingclaim?') en in TREMA 2016/2 ('Uitspraken op het snijvlak van het civiele en het fiscale recht');
- T.C.E. Boringa en E.R. Lankester in EB 2009/11 ('Belastinglatenties: nominaal of contant maken?');
- J.F.M. Giele in EB 2006/50 ('De contante waarde van de (latente) belastingclaim');
- Redactie Vakstudie Nieuws in V-N 2002/55.14;
- Diverse arresten van de Hoge Raad;
- De weeffout (volgens de auteur) in de Successiewet.
Na analyse van bovenstaande literatuur blijft de auteur bij zijn conclusie dat belastingheffingspercentages geen contante waarde kennen.
Naar literatuur overzicht