Het fideicommis en de verhoogde schenkvrijstelling (FTV 2018/8)
28-03-2018 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. R.E. Brinkman
De auteur behandelt in dit artikel één van de voorwaarden die gelden ten aanzien van de verhoogde schenkingsvrijstelling ten behoeve van de eigen woning, zoals deze vrijstelling vanaf 1 januari 2017 geldt, namelijk dat de schenking onvoorwaardelijk dient te zijn. Bij de behandeling van de Overige fiscale maatregelen 2018 heeft de regering een vraag beantwoord of gebruik kan worden gemaakt van de verhoogde schenkingsvrijstelling ten behoeve van de eigen woning, indien de akte een fideicommis de residuo bevat. Aangezien dit een schenking met een ontbindende voorwaarde met een aansluitende opschortende voorwaarde is, voldoet deze vorm volgens de regering niet aan de voorwaarden voor de schenkingsvrijstelling. Hierbij maakt het voor de bezwaarde niet uit of er sprake is van een klassiek fideicommis (zonder vervreemdings- en verteringsbevoegdheid) dan wel een fideicommis de residuo. De auteur betoogt in dit artikel dat het verbod op een fideicommissaire schenking bij de toepassing van de verhoogde vrijstelling zijn inziens niet gerechtvaardigd is:
- aan de bezwaarde wordt onvoorwaardelijk geschonken, de verwachter verkrijgt een voorwaardelijk recht;
- wordt niet aan de voorwaarde voldaan, dan vervalt het recht van de verwachter;
- de verwachter zou een beroep op de verhoogde vrijstelling moeten kunnen doen bij het onvoorwaardelijk worden van zijn recht, mits de schenker op dat moment nog leeft en aan de overige vereisten van de verhoogde vrijstelling wordt voldaan.
Naar literatuur overzicht