De Huwelijksvermogensverordening: welke staat heeft rechtsmacht bij geschillen inzake het huwelijksvermogensrecht? (Estate Planner Digitaal 2018/1)
15-02-2018 | Categorie: Literatuur
Mr. B.F.P. Lhoëst
Op 29 januari 2019 wordt de Huwelijksvermogensverordening (hierna HuwVo) van kracht in achttien lidstaten van de Europese Unie, waaronder Nederland. De HuwVo is in deze lidstaten in al haar onderdelen verbindend en rechtstreeks toepasselijk. De HuwVo is van toepassing op huwelijksvermogensstelsels met grensoverschrijdende aspecten. Onder de noemer van huwelijksvermogensstelsel valt in de HuwVo het geheel van regels betreffende de vermogensrechtelijke betrekkingen die ten gevolge van het huwelijk en na beëindiging daarvan, tussen echtgenoten onderling en tussen de echtgenoten en derden bestaan (art. 3 lid 1 onder a HuwVo). De HuwVo bestrijkt niet alleen het dagelijkse beheer van het huwelijksvermogen, maar ook de vereffening van het vermogen ingeval van echtscheiding, of bij overlijden van een van de echtgenoten.
De inwerkingtreding van de HuwVo impliceert een ingrijpende wijziging van de Nederlandse regels van internationaal privaatrecht, die bepalen welke rechter zich mag uitlaten over huwelijksvermogensstelsels (internationale bevoegdheid), welk huwelijksvermogensrecht van toepassing is, en of een buitenlandse rechterlijke beslissing in Nederland wordt erkend en ten uitvoer kan worden gelegd (erkenning en executie). Gelet op de al verschenen literatuur over de verwijzingsregels met betrekking tot het toepasselijke recht (zie bijvoorbeeld Estate Planner Digitaal 2016/14), beperkt de auteur zich daarom in dit artikel tot de verwijzingsregels omtrent de internationale bevoegdheid. Zij gaat in op de temporele werking en de internationale bevoegdheid, en verduidelijkt de regels aan de hand van voorbeelden.
Het online vakblad Estate Planner Digitaal verschijnt zes maal per jaar en bevat artikelen over actuele onderwerpen op het gebied van estate planning.
Naar literatuur overzicht