De verkrijging van een medegerechtigdheid onder de BOR (Estate Planner Digitaal 2017/12)
22-12-2017 | Categorie: Literatuur
Mr. W. van Seters
De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet is ontworpen om te zorgen dat de schenk- en erfbelasting, gezien het belang van de onbelemmerde voortzetting van economische bedrijvigheid, geen bedreiging vormt voor reële bedrijfsopvolging. Er is sprake van reële bedrijfsopvolging als ondernemingsvermogen wordt verkregen van een ondernemer en de verkrijger de onderneming voortzet. Naast de voorwaardelijke vrijstelling uit de BOR van de Successiewet is er ook sprake van een regeling die uitstel van betaling mogelijk maakt (art. 25 IW 1990). Bij een verkrijging van een medegerechtigdheid, als bedoeld in art. 3.3 lid 1 onder a Wet IB 2001, wordt een aantal aanvullende voorwaarden gesteld. In dit artikel gaat de auteur in op de verkrijging van een medegerechtigdheid als bedoeld in art. 3.3 lid 1 onder a Wet IB 2001. Wat is de regeling in de Successiewet voor de verkrijging van een medegerechtigdheid en aan welke aanvullende voorwaarden moet een medegerechtigdheid voldoen? Eerst bespreekt de auteur de BOR in het algemeen, waarbij hij de faciliteiten omschrijft die worden geboden. Als tweede wordt ingegaan op de medegerechtigdheid, zoals bedoeld in art. 3.3 Wet IB 2001. Als derde kijkt de auteur naar de gevolgen van de bedrijfsopvolging via de commanditaire vennootschap (hierna CV) in de praktijk. Vervolgens wordt ingegaan op de aanvullende eisen voor de voortzetting van een medegerechtigdheid. Hierbij onderzoekt de auteur welke mogelijkheden de wet biedt voor een gefaseerde bedrijfsopvolging. Tot slot zet de auteur de voorwaarden die aan de verkrijging van een commanditair aandeel worden gesteld op een rij en wordt gekeken welke mogelijkheden er zijn voor een reële bedrijfsopvolging via een CV.
Het online vakblad Estate Planner Digitaal verschijnt zes maal per jaar en bevat artikelen over actuele onderwerpen op het gebied van estate planning.
Naar literatuur overzicht