De fictieve schenking van een onderneming bij uittreding uit een vennootschap (WPNR 2017/7165)
09-11-2017 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. W. Burgerhart
In de in 1919 verschenen vijfde druk van de ‘Sprenger van Eyk’ werd voor het eerst, naast ‘de heffing eener belasting wegens verkrijging door overlijden’, de belasting op de schenkingen onder de levenden, ingevoerd bij de Wet van 20 januari 1917 (Stb. 189), besproken. Voor dit aan de onderneming en de schenkbelasting gewijde artikel keert de auteur terug naar dit handboek, mede om een verband te leggen met de thans geldende regeling waarin onder omstandigheden de verkrijging krachtens fictieve schenking van een onderneming als belastbaar feit voor de schenkbelasting wordt aangemerkt (art. 11 lid 1 SW). Hij schetst de achtergrond en het nut en de noodzaak van deze regeling, brengt de relatie met enkele andere onderdelen van de Successiewet in beeld en sluit af met een conclusie.
Naar literatuur overzicht