De ouder-kindvrijstelling in de schenkbelasting (WPNR 2017/7165)
09-11-2017 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken
Met de invoering van het recht van schenking in 1917 heeft geen principiële discussie plaatsgevonden over de rechtsgronden van deze heffing, laat staan over de vrijstellingen die tegelijkertijd werden ingevoerd. De vrijstellingen voor het schenkingsrecht moesten voorkomen dat heffing plaatsvond over vermogensoverdrachten die weliswaar als schenking werden aangemerkt, maar waarvan de wetgever het desalniettemin onwenselijk vond om van te heffen. Het gaat dan om schenkingen van kleine bedragen (de restvrijstelling zoals die in het huidige art. 33 onder 7° SW is opgenomen) en schenkingen die omwille van het motief tot een vrijstelling aanleiding gaven. Met het oog hierop werden de volgende vrijstellingen in het leven geroepen: de vrijstelling voor schenkingen gedaan aan iemand die niet in staat is zijn schulden te voldoen (het huidige art. 33 onder 8° SW), de vrijstelling van schenkingen waarover ook inkomstenbelasting werd geheven (het huidige art. 33 onder 9° SW), de uitkering uit werknemersstichtingen (het huidige art. 33 onder 11° SW) en – in 1926 – de vrijstelling bij de voldoening aan een natuurlijke verbintenis (het huidige art. 33 onder 12° SW). Nagenoeg alle vrijstellingen voor de heffing van schenkbelasting zoals die nu in de wet staan opgenomen, vinden hun oorsprong derhalve in de invoering van het schenkingsrecht, honderd jaar geleden. Dit geldt niet voor de vrijstelling voor een schenking met betrekking tot de eigen woning van € 100.000, de vrijstelling voor de schenking van ondernemingsvermogen en de vrijstelling voor schenkingen aan een SBBI en de steunstichting SBBI. Deze vrijstellingen zijn van recente datum en zijn instrumenteel van aard. Voor de schenking van ouders aan kinderen werd in 1917 een eigen regeling ontworpen. In dit artikel staat deze vrijstelling centraal. Ingegaan wordt op de historie van deze vrijstelling, waarna de auteur onderzoekt of deze vrijstelling aan vernieuwing toe is.
Naar literatuur overzicht