Huwelijksgemeenschap als verhaalsobject, buiten en tijdens faillissement (FTV 2017/40)
07-11-2017 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. drs. J.W.A. Biemans
In het wetsvoorstel 33 987, dat per 1 januari 2018 in werking treedt, vormt het nieuwe art. 1:96 lid 3 BW een belangrijke wijziging ten opzichte van het huidige recht. Het verhaal op goederen van de gemeenschap voor een privéschuld van een echtgenoot is beperkt tot de helft van de opbrengst van het uitgewonnen goed. De andere helft komt aan de andere echtgenoot toe en valt voortaan buiten de gemeenschap. Daarnaast is de andere echtgenoot bevoegd het goed waarop verhaal wordt gezocht over te nemen tegen betaling van de helft van de waarde van dat goed uit zijn eigen vermogen, waardoor dit goed na overname geen gemeenschapsgoed meer is. Lange tijd was niet duidelijk of art. 1:96 lid 3 BW (nieuw) ook geldt wanneer een echtgenoot failliet wordt verklaard. Wanneer de bepaling niet geldt in faillissement, dan zouden schuldeisers beter uit zijn met het faillissement van de schuldenaar. De wetgever heeft dit verduidelijkt, de beperking van het verhaal tot de helft van de opbrengst en het overnamerecht van de andere echtgenoot gelden ook in geval van faillissement. Volgens de auteur is het moeilijk te voorspellen hoe de toepasselijkheid van de bepaling precies zal uitpakken in een concreet geval.
Naar literatuur overzicht