Juridische (af)splitsing en bedrijfsopvolging (KWEP 2017/11)
03-07-2017 | Categorie: Literatuur
Drs. J.A. Bult
Bij de bedrijfsopvolging van een (indirect) aanmerkelijk belang is de aard van het in de vennootschap aanwezige vermogen fiscaal gezien een belangrijk gegeven. Zo vormt bijvoorbeeld beleggingsvermogen doorgaans een sta-in-de-weg. De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Wet IB 2001 en de Successiewet zijn bedoeld voor een reële bedrijfsopvolging en de overdracht van beleggingsvermogen wordt daaronder niet begrepen. Het bedrijfspand daarentegen kwalificeert wel voor deze bedrijfsopvolgingsfaciliteiten, maar het is niet altijd de bedoeling dat het pand mede wordt overgedragen aan de bedrijfsopvolger. Met gebruikmaking van de faciliteit van de juridische (af)splitsing is het mogelijk om zonder belastingheffing vermogen van de vennootschap af te splitsen. Zo kan worden ingespeeld op specifieke wensen en tevens optimaal gebruik worden gemaakt van de diverse bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. In dit artikel beperkt de auteur zich tot de toepassing van de juridische afsplitsing (binnen Nederland) in het kader van de schenking van de aandelen in een besloten vennootschap waarin een (in)direct aanmerkelijk belang wordt gehouden. Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt de toepassing nader toegelicht. Het beleggingsvermogen en het bedrijfspand staan hierbij centraal.
Houdt u zich bezig met bedrijfsopvolging en wilt u voor uw cliënten nauwkeurig het van schenk- en erfbelasting vrijgestelde ondernemingsvermogen kunnen berekenen alsmede de materieel en latent verschuldigde inkomstenbelasting? Maak dan snel kennis met het nieuwe online rekenprogramma Bedrijfsopvolgingsregeling.
Naar literatuur overzicht