Peb - Talk: Schenkingsperikelen rondom uitfasering pensioen in eigen beheer (WPNR 2017/7148)
15-05-2017 | Categorie: Literatuur
Mr. C.A.W. Zandvoort-Gerritsen en mr. J.H.J. Jansen
Het op Prinsjesdag gepubliceerde wetsvoorstel inzake de uitfasering van pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen is inmiddels door zowel de Tweede als de Eerste Kamer aangenomen. De nieuwe wet gaat uit van afschaffing van het pensioen in eigen beheer met ingang van 1 januari 2017. Daarmee stopt voor de directeur-grootaandeelhouder (DGA) de mogelijkheid om bij de BV fiscaal gefaciliteerd een pensioen op te bouwen. Aan DGA’s die inmiddels al een pensioen in eigen beheer hebben opgebouwd, worden drie mogelijkheden geboden: behoud van pensioen in eigen beheer op basis van premievrij pensioen, omzetting naar een oudedagsverplichting en afkoop van het pensioen in eigen beheer. In de toelichting bij de verschillende mogelijkheden is de wetgever in het wetsvoorstel onder andere ingegaan op de positie van de partner van de DGA en de verschillende compensatiemogelijkheden voor het partnerpensioen en ouderdomspensioen, alsmede op de situatie waarbij de aandelen in het eigenbeheerlichaam niet (alleen) in handen zijn van de (gewezen) werknemer. In die situaties kan bij omzetting of afkoop afhankelijk van de omstandigheden volgens de wetgever sprake zijn van een schenking waarover schenkbelasting is verschuldigd. In dit artikel gaan de auteurs in op de vraag of daadwerkelijk een schenking kan worden geconstateerd in deze verschillende situaties alsmede op de andere aandachtspunten voor de praktijk. Zij gaan hierbij allereerst in op de achtergrond en kern van de wet. Vervolgens behandelen zij de schenkingsaspecten en tot slot de fiscale behandeling van de oudedagsverplichting, met name in de situatie van overlijden van de pensioengerechtigde.
Naar literatuur overzicht