Het levenstestament in het Nederlandse internationaal privaatrecht (WPNR 2016/7128)
28-11-2016 | Categorie: Literatuur
Mr. S.H. Heijning en mr. M.I.W.E. Hillen-Muns
Als een Nederlander met een gewone verblijfplaats in het buitenland of een persoon met een andere nationaliteit dan de Nederlandse bij de notaris komt voor het opstellen van een levenstestament, ziet de notaris zich geconfronteerd met vragen van internationaal privaatrecht (IPR). Datzelfde geldt als in een notariële akte een vertegenwoordiger optreedt die zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid ontleent aan een buitenlands levenstestament, bijvoorbeeld een Franse mandat de protection futur of een Duitse Vorsorgevollmacht. Kan een buitenlands levenstestament in Nederland worden erkend? Kan een persoon met een andere dan de Nederlandse nationaliteit met gewone verblijfplaats in Nederland een rechtskeuze uitbrengen voor het Nederlandse recht? Is het mogelijk en zinvol voor zo iemand om een rechtskeuze voor het recht van de eigen nationaliteit uit te brengen? Dat zijn vragen die beantwoord worden aan de hand van het Nederlandse IPR. De vraag of een Nederlands levenstestament in het buitenland wordt erkend is een vraag van buitenlands IPR, te weten het IPR van het land waarin erkenning van het Nederlandse levenstestament wordt verzocht. Die vraag kan in dit artikel alleen incidenteel worden beantwoord.
Naar literatuur overzicht