Bedrijfsopvolging niet geregeld, biedt artikel 4:38 BW uitkomst? (Estate Planner Digitaal 2016/10)
16-08-2016 | Categorie: Literatuur
Mr. P.J.T. van Gompel
In afdeling 4.3.2 BW zijn de andere wettelijke rechten opgenomen. Deze rechten hebben een legitimair karakter. Een erflater kan deze wettelijke aanspraken dus niet bij uiterste wil ontnemen. Eén van deze wettelijke rechten betreft het recht voor een kind, stiefkind of echtgenoot van de erflater om de kantonrechter te verzoeken de rechthebbende te verplichten tot overdracht van de onderneming van de erflater. Dit wettelijke recht is opgenomen in art. 4:38 BW. Het verzoek kan zien op goederen die dienstbaar waren aan het beroep of bedrijf van de erflater dan wel op overdracht van aandelen. Dit wettelijke recht kan dienst doen als de bedrijfopvolging niet bij testament of anderszins is geregeld, bijvoorbeeld ingeval een ondernemer plotseling overlijdt. In dit artikel worden de kernelementen van art. 4:38 BW nader vanuit civielrechtelijk oogpunt belicht.
Het online vakblad Estate Planner Digitaal verschijnt zes maal per jaar en bevat artikelen over actuele onderwerpen op het gebied van estate planning.
Naar literatuur overzicht