Schenkbelasting over de WOZ-waarde of over de werkelijke waarde? (KWEP 2016/11)
06-07-2016 | Categorie: Literatuur
Mr. M.C.W.H. van Valburch
Wordt een woning (of een gedeelte daarvan) geschonken, dan is op grond van art. 21 lid 5 SW schenkbelasting verschuldigd over de WOZ-waarde van de woning. Als een woning wordt verkocht voor minder dan de werkelijke waarde, dan wordt schenkbelasting geheven over het verschil tussen de WOZ-waarde en de koopprijs. Wordt een woning voor de werkelijke waarde verkocht en wordt de koopprijs (of een gedeelte daarvan) vervolgens kwijtgescholden, dan is ook schenkbelasting verschuldigd. Sinds een uitspraak van Rechtbank Noord-Holland, welke in hoger beroep werd bevestigd door Hof Amsterdam, leek het erop dat bij zo'n samenstel van rechtshandelingen schenkbelasting geheven moet worden over het verschil tussen de WOZ-waarde en het restant van de koopprijs, in plaats van over het bedrag van de kwijtschelding. De Belastingdienst zag de kwijtschelding vanwege de samenhang met de koop namelijk als een schenking van ‘stenen’ en paste daarom op de kwijtschelding art. 21 lid 5 SW toe. Op 26 februari 2016 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat dit standpunt van de fiscus niet juist is en dat schenkbelasting wordt geheven over het bedrag van de kwijtschelding (ECLI:NL:HR:2016:319 en ECLI:NL:HR:2016:320). Dit betekent dat partijen de mogelijkheid hebben om te kiezen of schenkbelasting wordt geheven over de werkelijke waarde van de woning of over de WOZ-waarde. In dit artikel bespreekt de auteur eerst via welke methoden het fiscaal gewenste resultaat kan worden bereikt. Vervolgens gaat hij in op de civielrechtelijke gevolgen van drie verschillende methoden om een woning (geheel of gedeeltelijk) te schenken.
Naar literatuur overzicht