Het (aanvullend) legaat aan de langstlevende echtgenoot en de wettelijke verdeling (Tijdschrift Erfrecht 2016/1)
16-03-2016 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. G.G.B. Boelens
In de estateplanningspraktijk bestaat behoefte aan de mogelijkheid om een legaat aan de langstlevende echtgenoot bij de wettelijke verdeling te maken. Op die manier kan de langstlevende invloed uitoefenen op de hoogte van de geldvorderingen van de kinderen en de daarmee verband houdende verschuldigde erfbelasting. Door een door de erflater ten laste van het kind komend gemaakt legaat van een geldbedrag (gedeeltelijk) niet te verwerpen neemt de erfrechtelijke verkrijging van de langstlevende toe, waardoor zijn partnervrijstelling voor de erfbelasting (in 2016: € 636.180) beter wordt benut. In dit artikel gaat de auteur in op de vraag of de wettelijke verdeling gecombineerd kan worden met een legaat aan de langstlevende. Door de werking van de wettelijke verdeling verkrijgt de langstlevende namelijk reeds van rechtswege de goederen van de nalatenschap (art. 4:13 lid 2 BW). De kinderen zijn weliswaar erfgenaam, maar verkrijgen bij de wettelijke verdeling van rechtswege enkel een geldvordering ten laste van de echtgenoot, welke vordering overeenkomt met de waarde van het erfdeel en welke vordering in beginsel niet opeisbaar is (art. 4:13 lid 3 BW).
Naar literatuur overzicht