Enkele aspecten van het (nieuwe) huwelijksvermogensrecht en aanmerkelijk belang (FTV 2015/45)
19-10-2015 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. dr. W. Burgerhart, mr. dr. J. Ganzeveld en drs. H. Hoeve
Met een nieuw huwelijksvermogensrechtelijk basisstelsel in aantocht zullen aanmerkelijkbelangaandelen vaker dan onder het huidige wettelijke regime tot het eigen vermogen van één van de echtgenoten behoren. De kern van wetsvoorstel 33987 is dat verkrijgingen krachtens gift en erfrecht, alsmede het door de echtgenoten bij de aanvang van het huwelijk aangebrachte (niet-gezamenlijke) vermogen, in beginsel buiten de wettelijke gemeenschap van goederen blijven. Dit gaat dus ook gelden voor krachtens gift of erfrecht verkregen aanmerkelijkbelangaandelen of aandelen die deel uitmaken van de ‘aanbreng ten huwelijk’. Deze plaats in het eigen (huwelijks)vermogen roept kwesties van (huwelijks)goederen- en verbintenisrechtelijke aard op, maar geeft ook aanleiding tot fiscale vraagstukken. In dit artikel behandelen de auteurs enkele van deze vraagstukken, in het bijzonder rondom de echtscheiding, alwaar de civiel- en fiscaalrechtelijke kwesties zich op het scherpst van de snede bevinden. Het overlijden van een aanmerkelijkbelanghouder komt eveneens aan de orde, zij het uitsluitend in relatie tot de gevolgen van een uitsluitingsclausule.
Naar literatuur overzicht