Een daad van zuivere aanvaarding? Het Koperen Pan-arrest maakt het er niet duidelijker op (FTV 2015/46)
19-10-2015 | Categorie: Literatuur
Dr. mr. N.C. van Oostrom
Zuivere aanvaarding van een nalatenschap kan plaatsvinden door het afleggen van een daartoe strekkende verklaring, maar ook, zo stelt art. 4:191 BW, door een daad die als daad van zuivere aanvaarding kan worden uitgelegd. Aanvaardt een erfgenaam de nalatenschap zuiver, dan leidt dit onder andere tot aansprakelijkheid voor de schulden van de nalatenschap en de verplichting om de nalatenschap te vereffenen. Dit kan vanzelfsprekend zwaar op de erfgenamen drukken en pleit dan ook voor de nodige omzichtigheid bij het al dan niet aanvaarden. Op 22 mei 2015 heeft de Hoge Raad een bijzonder arrest gewezen, dat op het eerste gezicht de grens van zuivere aanvaarding ruimer trekt dan voorheen (ECLI:NL:HR:2015:1284). De uitspraak van de Hoge Raad is naar de mening van de auteur ongelukkig en maakt het er noch voor erfgenamen, noch voor de rechter inzichtelijker op. Daarnaast negeert de Hoge Raad een wetsvoorstel dat op het punt van invoeren staat.
Naar literatuur overzicht