De Europese erfrechtverordening: Nederlands-Belgische aandachtspunten (KWEP 2015/11)
12-06-2015 | Categorie: Literatuur
E. Goossens LLM en mr. J.L.D.J. Maasland
Op 17 augustus 2015 treden de bepalingen van de Europese Erfrechtverordening in werking. In dit artikel bespreken de auteurs eerst zowel de Nederlandse als de Belgische uitvoeringswet van de Europese Erfrechtverordening. Ook behandelen zij de toepasselijkheid van de bevoegdheidsregels, de verhouding tot de nationale verklaring van erfrecht en het toepasselijke huwelijksvermogensrecht in de Nederlands-Belgische context. Verder gaan de auteurs in op de vraag of de Belgische reserve van openbare orde is, waardoor deze het op grond van de algemene verwijzingsregel van art. 21 Europese Erfrechtverordening dan wel een rechtskeuze ingevolge art. 22 Europese Erfrechtverordening op de erfopvolging toepasselijk recht doorkruist. Een ander onderwerp dat in dit artikel aan de orde komt, betreft de problematiek die ontstaat wanneer op grond van het ingevolge de Europese Erfrechtverordening toepasselijke erfrecht een zakelijk recht dient te worden gevestigd op goederen in een andere lidstaat wiens interne recht dit zakelijke recht niet kent. Een aansprekend voorbeeld in dit kader is een vruchtgebruik met vervreemdings- en verteringsbevoegdheid volgens Nederlands recht, dat dient te worden gevestigd op een in België gelegen onroerende zaak of een aldaar geadministreerde effectenportefeuille.
Naar literatuur overzicht