Een gat in de erfbelasting door makingen op te splitsen door middel van een opschortende voorwaarde of een wilsrecht? (FBN 2014/18)
29-04-2014 | Categorie: Literatuur
Mr. F.A.M. Schoenmaker
De Hoge Raad heeft op 12 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8780, een arrest gewezen dat van belang is voor de erfbelasting, indien een persoon verspreid in de tijd van dezelfde erflater vermogen erft. Volgens de auteur leidt een nadere analyse van dit arrest tot de vraag of hierbij een gat in de heffing ontstaat, omdat bij de aanslag ter zake van de oorspronkelijke verkrijging onvoldoende rekening wordt gehouden met de progressie in de tarieven voor de erfbelasting. Indien daadwerkelijk een gat in de heffing ontstaat zou een testateur hierop kunnen inspelen door bijvoorbeeld aan een making gedeeltelijk een opschortende voorwaarde of een wilsrecht als bedoeld in art. 45 lid 3 SW te verbinden.
Naar literatuur overzicht