De turboverdeling in de inkomstenbelasting (WPNR 2014/7015)
22-04-2014 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken en mr. H.F. van der Weerd-van Joolingen
De defiscaliseringsregeling van art. 5.4 Wet IB 2001 is met ingang van 1 januari 2012 verder uitgebreid. Box 3-bezittingen, waarvan de langstlevende het vruchtgebruik krachtens erfrecht heeft verkregen, worden voor de volle waarde bij hem in aanmerking genomen. Het kind hoeft de blote eigendom daarvan dus niet meer aan te geven. Als de erflater in gemeenschap van goederen was gehuwd, kan een klassiek vruchtgebruiktestament gepaard gaan met een zogenoemde ‘turboverdeling’. De uitbreiding van de defiscaliseringsregeling was voor de auteurs aanleiding te onderzoeken hoe deze regeling uitpakt in het geval van een turboverdeling. In hun beschouwing beperken zij zich echter niet tot box 3-inkomen. De auteurs bezien ook wat de inkomstenbelastinggevolgen zijn van de turboverdeling met betrekking tot andere inkomensbestanddelen.
Naar literatuur overzicht