Wettelijke rechten in het erfrecht (VFP 2014/1)
28-01-2014 | Categorie: Literatuur
Mr. dr. E.R. Helder
Eén van de weinige rechtshandelingen waarvoor geen volmacht kan worden gegeven, betreft het maken van een uiterste wil (bijvoorbeeld een testament). De erflater dient hoogstpersoonlijk te bepalen wie zijn erfgenamen zullen zijn, wie een legaat zullen ontvangen en wat die legaten inhouden, wie executeur zullen zijn, enzovoorts. De wijze van afwikkeling van een nalatenschap kan in hoge mate worden voorgeschreven door de erflater. Voor zover die erflater dat niet kan of niet mag, ligt de afwikkeling grotendeels vast door wettelijke regelingen. De invloed van nabestaanden op de wijze van afwikkelen wordt in beginsel beperkt tot de ruimte die de erflater hen heeft gelaten. Hierop zijn echter uitzonderingen. Boek 4 BW kent aan bepaalde personen namelijk specifieke rechten toe, waarmee zij de afwikkeling van de nalatenschap – ook tegen de wil van de erflater – kunnen beïnvloeden. In dit artikel bespreekt de auteur die wettelijke rechten (art. 4:18 t/m 22, 4:28 t/m 30, 4:34 t/m 36, 4:38 en 4:63 BW).
Naar literatuur overzicht