Bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet discriminatoir? (FTV 2012/41)
24-09-2012 | Categorie: Literatuur
Mr. T.C. Hoogwout
In een zaak die op 13 juli 2012 voor de Rechtbank Breda (LJN BX3386) speelde, had een erfgenaam in 2007 diverse vermogensbestanddelen geërfd. Hoewel de verkrijging niet kwalificeerde voor de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet, oordeelde de rechtbank dat de erfgenaam op grond van het gelijkheidsbeginsel ook (voorwaardelijk) recht had op de betreffende faciliteit. In deze bijdrage bespreekt de auteur de uitspraak van de Rechtbank Breda. Ook de uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 25 maart 2010 komt aan de orde, waarin is geoordeeld dat het gelijkheidsbeginsel niet was geschonden. Het hoger beroep hiertegen is afgewezen en de Hoge Raad heeft vervolgens het cassatieberoep gewezen met toepassing van art. 81 Wet RO (LJN BU6998). Tot slot komt in deze bijdrage de praktische kant van de uitspraak van de Rechtbank Breda aan bod.
Naar literatuur overzicht