Onevenwichtige pensioenwetgeving: synchroniseren en herijken van begin en eind (WPNR 2012/6936)
25-06-2012 | Categorie: Literatuur
Mr. F.M.H. Hoens en prof. mr. F.W.J.M. Schols
Op 1 januari 2012 is de derde tranche van de vernieuwing van het huwelijksvermogensrecht in werking getreden. Eén van de belangrijkste wijzigingen betreft de vervroeging van het tijdstip waarop de gemeenschap wordt ontbonden (art. 1:99 BW). Deze vervroeging van de ontbinding roept de vraag op of de wijziging ook gevolgen heeft, dan wel zou moeten hebben, voor de periode waarover volgens de wet bij scheiding ouderdoms- of partnerpensioen moet worden verevend of gedeeld. De beantwoording van die vraag plaatsen de auteurs in deze bijdrage in een breder kader. Zij gaan in op het feit dat de Pensioenwet en Wet verevening pensioenrechten bij scheiding niet op elkaar zijn afgestemd en op de consequenties daarvan voor de periode waarop de verevening of deling ziet.
Naar literatuur overzicht