Schuldigerkenning uit vrijgevigheid met strekking te worden uitgevoerd na overlijden moet bij notariële akte (FBN 2012/31)
22-05-2012 | Categorie: Literatuur
Mr. L.E. Welkers en mr. T.F.H. Reijnen
In zijn arrest van 9 december 2011, LJN BU7268, heeft de Hoge Raad beslist dat bij onderhandse akte uit vrijgevigheid schuldig erkende bedragen, na het overlijden van de schenker, voor de berekening van de erfbelasting niet in mindering mogen worden gebracht op de nalatenschap. In deze bijdrage bespreken de auteurs het arrest van de Hoge Raad en de gevolgen daarvan. Daarbij komen vragen aan de orde als: 'wat wordt verstaan onder een schenking ter zake des doods?' en 'wanneer kwalificeert een schuldigerkenning uit vrijgevigheid als zodanig?'. De auteurs besteden in deze bijdrage verder aandacht aan schenkingen die zijn uitgekeerd aan de begiftigde en direct zijn teruggeleend aan de schenker. Ook komt de vraag aan de orde wat te doen met bestaande niet-notarieel vastgelegde schuldigerkenningen.
Naar literatuur overzicht