Erfbelasting over de vrijval van vruchtgebruik (VFP 2012/3)
05-03-2012 | Categorie: Literatuur
Mr. T.C. Hoogwout
Op 1 januari 2010 is de Successiewet gewijzigd. Volgens de memorie van toelichting werd bij de wijziging van de fictiebepalingen een vereenvoudiging nagestreefd. Naar de mening van de auteur is hier sprake van een paradox, want zoals bij de meeste fiscale vereenvoudigingen is ook hier sprake van het tegenovergestelde effect. Dit geldt onder meer voor art. 10 Succ.w. In deze bijdrage bespreekt de auteur diverse situaties waarin deze fictiebepaling, die beoogt te voorkomen dat erfbelasting wordt ontweken doordat een toekomstige erflater (te vererven) vermogen omzet in (niet-verervende) genotsrechten, aan de orde kan komen. Bijvoorbeeld een ouder verkoopt zijn huis aan een kind onder voorbehoud van het levenslange vruchtgebruik van die woning. Bij het overlijden van de ouder groeit de bloot eigendom aan tot vol eigendom. Hoewel de aangroei van bloot tot vol eigendom geen erfrechtelijke verkrijging is, kan op grond van art. 10 Succ.w. toch erfbelasting worden geheven.
Naar literatuur overzicht