Wettelijke verdeling en wilsrechten: onbekend maakt onbemind? (Estate Planner Digitaal 2012/03)
17-02-2012 | Categorie: Literatuur
Mr. P.J.T. van Gompel
Sinds 1 januari 2003 is de wettelijke verdeling in Boek 4 BW opgenomen als regeling voor het geval iemand met achterlating van een echtgenoot en één of meer afstammelingen overlijdt zonder een testament te hebben opgesteld. Omdat de kinderen hun erfdeel bij het van toepassing zijn van de wettelijke verdeling in de vorm van een vordering op hun langstlevende (stief)ouder verkrijgen, zijn aan de wettelijke verdeling wilsrechten verbonden die ervoor moeten zorgen dat kinderen goederen in eigendom kunnen krijgen wanneer zij het zicht op die goederen dreigen te verliezen. In de praktijk worden deze wilsrechten zeer regelmatig bij testament uitgesloten. Binnen de estate planningspraktijk past het naar de mening van de auteur echter aandacht te besteden aan de wilsrechten indien cliënten de wettelijke verdeling als regeling willen laten gelden in geval van hun overlijden. Met betrokkenen zullen de verschillende situaties waarin een wilsrecht kan ontstaan besproken dienen te worden. Een standaard advies om alle wilsrechten uit te sluiten is te kort door de bocht. Omdat onbekend onbemind maakt, belicht de auteur in dit artikel diverse civielrechtelijke aspecten van de wilsrechten die als basis kunnen dienen om in het kader van de wilsrechten een regeling op maat te maken dan wel bewust te kiezen voor een geheel andere regeling. Hoewel het erfrecht ook andere wilsrechten kent – denk daarbij aan de legitieme portie – beperkt de auteur zich tot de wilsrechten die ontstaan in het kader van de wettelijke verdeling. Aan de fiscale aspecten van de wilsrechten wordt in dit artikel geen aandacht besteed.
Het online vakblad Estate Planner Digitaal verschijnt zes maal per jaar en bevat artikelen over actuele onderwerpen op het gebied van estate planning.
Naar literatuur overzicht