Eenmaal zuiver aanvaard, altijd zuiver aanvaard! (JBN 2012/4)
23-01-2012 | Categorie: Literatuur
Prof. mr. T.J. Mellema-Kranenburg
In deze bijdrage gaat de auteur in op de uitspraak van de Rechtbank Assen, sector kanton, van 19 oktober 2010, nr. 295357/EK VERZ 10-10180, waarin een erfgenaam zuiver had aanvaard, maar daarop later wilde terugkomen. De rechter is gevoelig voor de argumenten van de door de erfgenaam aangevoerde omstandigheden en verleent de erfgenaam machtiging op grond van art. 4:194 BW de nalatenschap alsnog beneficiair te aanvaarden. Volgens de auteur ten onrechte, omdat geen sprake is van één van de twee in art. 4:194 BW geregelde situaties:
-
na de zuivere aanvaarding wordt de erfgenaam bekend met een uiterste wil volgens welke hij legaten en lasten moet voldoen;
-
na de zuivere aanvaarding wordt de erfgenaam bekend met een uiterste wil volgens welke zijn erfdeel groter is dan het zonder die uiterste wil zou zijn geweest, of met een na zijn aanvaarding voorgevallen gebeurtenis waardoor zijn erfdeel is vergroot.
Naar literatuur overzicht