Ongehuwd samenleven en kosten van de huishouding (Tijdschrift Erfrecht 2011/6)
27-12-2011 | Categorie: Literatuur
Dr. mr. W.M. Schrama
In deze bijdrage gaat het om de situatie na het overlijden van de ongehuwde partner voor wat betreft de kosten van de huishouding. Dit is met name relevant als de langstlevende partner te maken krijgt met andere partijen die een aanspraak op de nalatenschap hebben (andere erfgenamen, legitimarissen of legatarissen). Dit is niet alleen een theoretisch interessante vraag, maar ook een die in de praktijk tot hoofdbrekens leidt. Dit blijkt onder meer uit een zaak die op 23 juni 2009 speelde voor het Hof 's-Hertogenbosch, LJN BI9975. Een tweede reden van het belang is de praktische relevantie: elk samenwonend stel heeft kosten van de huishouding, die bovendien een aanzienlijk deel van de inkomsten beslaan en regelmatig tot conflicten leiden, die ook voor de rechter worden uitgevochten. Dat geldt zowel bij overlijden als bij scheiding.
Om het leerstuk van de kosten van de huishouding goed in kaart te brengen moeten drie verschillende vragen worden beantwoord:
-
Wat zijn kosten van de huishouding?
-
Welke draagplicht geldt?
-
Is voor verrekening achteraf plaats?
Deze vraagstukken worden in deze bijdrage aan de hand van recente jurisprudentie beantwoord.
Naar literatuur overzicht