HR 24 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1288
27-09-2024 | Categorie: Jurisprudentie
Levensexecuteur veroordeeld tot gevangenisstraf wegens verduistering gelden
Een 92-jarige man had bij notariële akte een algemene volmacht verleend aan zijn huishoudster. Het hof is van oordeel dat de huishoudster zich zodanig heeft gedragen dat haar handelingen in redelijkheid niet onder het bereik van de algemene volmacht zijn te brengen. Het hof overweegt daartoe onder meer dat een aanzienlijk (het overgrote) deel van de uitgaven enkel en alleen ten nutte van de huishoudster zijn gekomen. De huishoudster betwist dat zij met de notariële volmacht niet het recht verkreeg zich vermogen van de volmachtgever toe te eigenen. Dit vindt geen steun in tekst van die volmacht en in gedragingen van de volmachtgever waaruit kan worden afgeleid dat volmacht niet met die bedoeling is opgesteld, maar ook in gedragingen van de huishoudster zelf die erop wijzen dat ook zij volmacht kennelijk niet als zodanig heeft opgevat. Het hof wijst daarbij op de tekst van de volmacht waarin op meerdere plaatsen staat vermeld dat de gevolmachtigde de belangen van de volmachtgever dient te behartigen. Volgens het hof kan het in korte tijd leeghalen van de rekeningen van de volmachtgever voor doeleinden die voor het overgrote deel alleen de huishoudster ten goede kwamen, niet worden aangemerkt als het behartigen van zijn belangen. Ook de bepalingen in de volmacht dat aan de volmachtgever is medegedeeld dat een algemene volmacht “verregaande bevoegdheden geeft” en dat de gevolmachtigde bevoegd is als wederpartij van de volmachtgever op te treden (Selbsteintritt) kunnen niet zo begrepen worden dat de huishoudster daarmee het recht verkreeg zich zijn vermogen toe te eigenen. Volgens het hof kan geen andere conclusie worden getrokken dan dat de huishoudster doelbewust voor eigen gewin misbruik heeft gemaakt van haar positie als gevolmachtigde en wel zodanig dat in redelijkheid niet kan worden gezegd dat zij handelde in overeenstemming met de strekking en bedoeling van de volmacht.
Thans heeft de Hoge Raad met toepassing van art. 81 RO het oordeel van het hof bevestigd dat aan de huishoudster een gevangenisstraf moet worden opgelegd van 12 maanden (waarvan 3 voorwaardelijk).
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht