Hof Arnhem-Leeuwarden 3 september 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:5610

17-09-2024 | Categorie: Jurisprudentie

Erflater, vader van twee zonen, is enkele dagen voor zijn overlijden in het huwelijk getreden met een vrouw waarmee hij nog niet zo lang een relatie had. Naar aanleiding hiervan is een geschil ontstaan over de vraag of het huwelijk gevolgen heeft voor de niet-kruislings gesloten levensverzekering die door het overlijden van vader tot uitkering is gekomen. Vader had deze verzekering op zijn eigen leven al afgesloten voordat hij een relatie met de vrouw kreeg. Volgens de polis is er sprake van een standaardbegunstiging. Hierdoor komt de verzekeringsuitkering in eerste instantie terecht bij de weduwe en pas als die er niet is, of de begunstiging niet aanvaardt, bij de kinderen van de verzekeringnemer.
Als de begunstigde op de polis (uitsluitend) in hoedanigheid is aangeduid, dan wordt de aanwijzing vermoed te zijn gedaan van degene die deze hoedanigheid bezit ten tijde dat de aanwijzing volgens artikel 7:968, onder b tot en met d, BW onherroepelijk wordt (artikel 7:967 lid 2 BW). Het is aan de zonen dit vermoeden te ontzenuwen en tegenbewijs daarvan te leveren. Naar het oordeel van het Hof zijn de zonen hierin niet geslaagd. Aan de andere kant heeft de vrouw onder andere verklaard dat de erflater de polis heeft opgevraagd en aan haar heeft laten zien, en dat hij er nog een grapje over maakte dat als zij zouden trouwen zij begunstigde zou zijn. Tot slot staat vast dat de erflater uiteindelijk met de vrouw is getrouwd zonder de begunstiging van de polis te wijzigen.

Meer informatie:

• Hof Arnhem-Leeuwarden 3 september 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:5610
• Estate Planning College geeft regelmatig cursus over dit onderwerp. Wilt u weten wat de verschillende uitwerkingen van kruislings en niet-kruislings gesloten polissen (inclusief verpanding en partnerverklaring) bij huwelijkse voorwaarden en gemeenschap van goederen zijn? Kijk dan in onze Opleidingskalender.