Estate Planning Expert
 

ACTUEEL
03-03-2025 - Beschikbaar: 2025-versies van Aangifte Schenkbelasting en Aangifte Erfbelasting
28-02-2025 - Erfgenaam heeft geen volledige toegang tot Facebookaccount van overledene (JBN 2025/11)

A-G Ibili 20 december 2024, ECLI:NL:PHR:2024:1393

LinkedIn
27-01-2025 | Categorie: Jurisprudentie

Halvering van meerinbreng als ongehuwden in wettelijke gemeenschap trouwen

Man en vrouw trouwden in 2018 zonder het maken van huwelijkse voorwaarden. Vóór het huwelijk heeft de man de gehele koopprijs van de gezamenlijke woning betaald. Thans is in geschil in hoeverre de man recht heeft op een vergoedingsrecht vanwege zijn investering.
Het hof heeft overwogen dat de man voor het huwelijk de volledige koopsom van de woning uit zijn privévermogen heeft betaald, dat dit een hoofdelijke schuld van ieder van partijen was, zodat de vrouw op grond van art. 6:10 BW gehouden was bij te dragen voor het gedeelte dat haar aanging, zijnde de helft. Volgens het hof volgt hieruit dat de man op het moment van levering van de woning en betaling van de volledige koopsom een vordering kreeg op de vrouw van de helft van de koopsom. Dit oordeel van het hof is volgens de A-G rechtens juist en ook begrijpelijk. De vrouw bestrijdt tevergeefs dat art. 6:10 lid 2 BW als grondslag kan dienen voor het vergoedingsrecht van de man en voert geen klacht aan tegen ’s hofs oordeel dat is voldaan aan de bestanddelen van art. 6:10 lid 2 BW om een regresvordering van de man op de vrouw te kunnen aannemen.
Deze vordering is niet in de huwelijksgemeenschap gevallen omdat het vóórhuwelijks privévermogen van de man betreft. Het hof is voorts van oordeel dat ook de corresponderende schuld van de vrouw buiten de gemeenschap is gebleven. In casu is de schuld van de vrouw niet aangegaan ten behoeve van beide deelgenoten maar ten behoeve van slechts één van hen. De vrouw bestrijdt dit oordeel en de A-G is het met haar eens. Allereerst pleit een taalkundige uitleg van het wetsartikel voor deze opvatting. De voorhuwelijkse schuld van de vrouw uit hoofde van meerinbreng van de man voor de financiering van de woning voldoet aan de definitie van gemeenschapsschuld: de schuld heeft betrekking op een goed die voor het huwelijk aan partijen gezamenlijk in eigendom toebehoorde. Maar ook de uitdrukkelijke bedoeling van de initiatiefnemers van het wetsvoorstel wijst in deze richting. In de parlementaire geschiedenis hebben de initiatiefnemers duidelijk gemaakt dat zowel een hypothecaire schuld aan derden als een onderlinge schuld van de ene partner/echtgenoot aan de andere partner/echtgenoot in verband met de verkrijging van een gemeenschappelijk goed voor het huwelijk, een gemeenschapsschuld is. Dit is in lijn met de door de initiatiefnemers voorgestane systematiek van het basisstelsel, waarbij de echtgenoten als gevolg van boedelmenging bij het huwelijk goederenrechtelijk gelijk gerechtigd zijn tot voorhuwelijkse gemeenschappelijke goederen, ook als voor het huwelijk sprake was van ongelijke gerechtigheid ten aanzien van deze goederen. Deze uitkomst van toepassing op de door de initiatiefnemers voorgestane wijze ten aanzien van een onderlinge schuld uit de voorhuwelijkse periode met betrekking tot een gemeenschappelijk goed, is onwenselijk. Dit is echter het resultaat van de keuze die de wetgever heeft gemaakt.

Meer informatie:

Naar jurisprudentie overzicht


Naar boven

Wilt u beter adviseren over estate planning?
Meld u dan vandaag nog aan voor de meerdaagse opleiding Estate Planning Specialist

Uitgebreide Modellen Levenstestamenten
Completer dan ieder ander model, inclusief toelichting voor de levenstestateur

Kent u onze Estate Planning Tools al?
De meest geavanceerde reken- en datatoepassingen op de Nederlandse markt

Gebruiksvriendelijke Modellen Testamenten
Altijd up-to-date en inclusief een uitgebreide en heldere toelichting voor de testateur

Uniek in de markt: Aangifte Erfbelasting
Om op snelle, efficiënte en veilige wijze digitaal aangifte erfbelasting te kunnen doen

Twitter Linkedin