HR 24 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1632
29-11-2023 | Categorie: Jurisprudentie
Uitkering uit levensverzekering aan langstlevende valt in casu niet in gemeenschap
Erflater is op het moment van zijn overlijden voor de tweede keer in wettelijke gemeenschap gehuwd. Ieder van de echtgenoten heeft twee kinderen uit een eerdere relatie. In het testament van erflater is de wettelijke verdeling van toepassing, de vier (stief-)kinderen krijgen ieder 1/4e deel van 99% van de nalatenschap. Naar aanleiding van het overlijden van de man ontvangt de tweede echtgenote een uitkering uit een levensverzekering. De verzekeraar heeft dit bedrag na het overlijden uitbetaald aan de bank waar erflater en zijn tweede echtgenote de hypothecaire lening hebben afgesloten om die lening deels af te lossen (partnerverklaring).
In cassatie is in geschil of de uitkering uit de levensverzekering van invloed is op de vaststelling van de omvang van de geldvordering(en) van de (stief)kinderen ten laste van de tweede echtgenote. Volgens de Hoge Raad heeft het hof als uitgangspunt genomen dat de tweede echtgenote begunstigde was van de levensverzekering. Bij een kruislingse polis (de leer van het voor zichzelf bedongen recht) kan de waarde van de polis wel degelijk in de gemeenschap vallen. Uit de feiten blijkt echter dat de kruislingse levensverzekering in casu van de wettelijke gemeenschap was uitgezonderd. De uitkering valt daarom in het privévermogen van de tweede echtgenote. Dit impliceert dat deze uitkering niet in de nalatenschap van de erflater valt en niet van invloed is op de omvang van de geldvorderingen van de (stief)kinderen.
Meer informatie:
- HR 24 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1632
- Estate Planning College geeft regelmatig cursus over dit onderwerp. Wilt u weten wat de verschillende uitwerkingen van kruislings en niet-kruislings gesloten polissen (inclusief verpanding en partnerverklaring) bij huwelijkse voorwaarden en gemeenschap van goederen zijn? Kijk dan in onze Opleidingskalender.
Naar jurisprudentie overzicht