HR 6 oktober 2023, ECLI:NL:HR:2023:1378
25-10-2023 | Categorie: Jurisprudentie
Toedeling van aandelen in BV naar de waarde bij ontbinding van huwelijksgemeenschap
Na hun echtscheiding is tussen de man en de vrouw onder meer een geschil ontstaan over de vraag tegen welke waarde de gezamenlijke aandelen in een BV aan de man moeten worden toegedeeld.
In navolging van de rechtbank heeft het hof geoordeeld dat in dit geval als waardepeildatum de datum van ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap moet worden gehanteerd. In de regel geldt als waardepeildatum de datum van de verdeling. Dit is slechts anders als partijen een andere datum zijn overeengekomen of op grond van de redelijkheid en billijkheid een andere datum heeft te gelden. Het hof schaart zich achter de overwegingen van de rechtbank waarom in dit geval op grond van de redelijkheid en billijkheid de waarde van de aandelen ten tijde van ontbinding van de huwelijksgoederengemeenschap moet worden gehanteerd. Naar aanleiding van hetgeen in hoger beroep is aangevoerd, heeft het hof ter aanvulling daarop onder meer nog het volgende overwogen. Nu de man feitelijk de onderneming heeft gevoerd, zowel tijdens het huwelijk als ook na de beëindiging daarvan, en de aandelen aan hem worden toegedeeld (hetgeen van meet af aan niet tussen partijen in geschil was), zijn waardeveranderingen het gevolg van het uitsluitend door de man gevoerde beleid en zijn arbeidsinzet. De waardestijging c.q. -daling na ontbinding van het huwelijk moet dan ook voor rekening en risico van de man komen. Thans heeft de Hoge Raad het cassatieberoep van de man zonder motivering verworpen (art. 81 RO).
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht