HR 24 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:289
01-04-2023 | Categorie: Jurisprudentie
Erfstelling dochter en aan haar gemaakte legaten vervallen door niet tijdige nakoming sublegaat
Een zus moest op straffe van onterving binnen zes maanden na overlijden van haar vader aandelen aan haar broer leveren, waarvoor zij de economische waarde van de aandelen zou ontvangen. De aandelen zijn niet binnen die termijn aan de broer geleverd, omdat partijen het niet eens werden over de economische waarde. Is de zus nu onterfd, omdat zij aandelen ‘niet tijdig’ in de zin van testament heeft geleverd?
De zus gaat ervan uit dat vader bedoeld heeft dat eerst de waarde van de aandelen moet worden vastgesteld, dat daarna pas geleverd moet worden en dat zij dus niet onterfd kan zijn zolang de waarde van de aandelen niet is vastgesteld. De broer echter gaat ervan uit dat zijn zus onterfd is, nu zij de aandelen niet binnen de in het testament genoemde termijn van zes maanden, en dus ‘niet tijdig’, aan hem heeft geleverd.
De betekenis van ‘niet tijdig’ is volgens het hof: niet binnen zes maanden na het overlijden van vader. Bij deze uitleg slaat het hof acht op wat de notaris heeft verklaard over de zorg van vader over de continuïteit van de onderneming en dat vaders wil wet was. Daarbij past veel meer een strakke termijn van zes maanden na zijn overlijden dan een zachte en onzekere termijn die pas verstrijkt als de waarde van de aandelen is vastgesteld. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep op grond van art. 81 Wet RO.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht