HR 25 november 2022, ECLI:NL:HR:2022:1724
01-12-2022 | Categorie: Jurisprudentie
Cassatie in het belang der wet: voorhuwelijks nihilbeding blijft nietig
De Hoge Raad heeft in 1980 overwogen dat bij het maken van de uitzondering, dat echtgenoten vóór of na de echtscheidingsbeschikking afspraken kunnen maken omtrent alimentatie, aan de wetgever uitsluitend overeenkomsten voor ogen hebben gestaan die de echtgenoten tijdens hun huwelijk zijn aangegaan met het oog op een voorgenomen echtscheiding. Daarin ligt besloten het oordeel dat een vóór het huwelijk aangegane overeenkomst waarbij wordt afgezien van partneralimentatie, nietig is. De Hoge Raad heeft in 1996 geoordeeld dat er geen reden was om terug te komen van het arrest uit 1980.
De Hoge Raad ziet geen aanleiding thans wel terug te komen van het arrest uit 1980. Het invoeren van de mogelijkheid voorafgaand aan het huwelijk afstand te doen van het recht op partneralimentatie zou – indien wenselijk geacht – veeleer op de weg van de wetgever liggen. Deze heeft nog tamelijk recent van een dergelijke wijziging afgezien. Uit een initiatiefwetsvoorstel dat mede ertoe strekte nihilbedingen bij voorhuwelijkse huwelijkse voorwaarden mogelijk te maken, zijn de desbetreffende bepalingen immers geschrapt.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht