Estate Planning Expert
 

ACTUEEL
19-11-2024 - Verrekening van eerder geheven erfbelasting bij tweede verkrijging uit dezelfde nalatenschap (WPNR 2024/7479)
13-11-2024 - Hof Amsterdam 29 oktober 2024, ECLI:NL:GHAMS:2024:2990

HR 18 augustus 2023, ECLI:NL:HR:2023:1117

LinkedIn
30-08-2023 | Categorie: Jurisprudentie

Geen keuzevermogen in kader van materiële onderneming BOR

Belanghebbende is erfgename van erflaatster die (via certificaten) aanmerkelijk belangen hield in drie vastgoedbedrijven. De totale vastgoedportefeuille bestaat uit circa 300 objecten met 2800 verhuurbare eenheden. In geschil is of belanghebbende terecht de SW-bedrijfsopvolgingsregeling claimt. De inspecteur wil deze slechts toepassen voor de projectontwikkelingstak. Volgens Hof Amsterdam zijn de projectontwikkelingstak en de verhuurtak niet zo nauw met elkaar verweven dat het gehele vermogen als één materiële onderneming kwalificeert. De Hoge Raad oordeelt dat het hof de door de inspecteur toegepaste kwalificatie van de panden ten onrechte heeft gevolgd zonder zich uit te spreken over het geschil. Belanghebbende betwistte die kwalificatie van een aantal panden.
Volgens hof Den Haag ziet de verwijzingsopdracht op verhuurde panden die in redelijkheid aan de ondernemingsactiviteiten toerekenbaar zijn, panden waarvan de huurders zijn uitgekocht en een voormalig kantoorpand van een van de vennootschappen. Volgens belanghebbende vormen al deze panden op grond van het zogeheten Pottenbakkersarrest op zijn minst keuzevermogen. Het hof is het voor een deel eens met belanghebbende. In reactie op het principale beroep in cassatie van belanghebbende stelt de staatssecretaris van Financiën incidenteel beroep in cassatie in. Daarbij betwist hij dat de erfgenaam op grond van het Pottenbakkersarrest het voormalige kantoorpand tot het ondernemingsvermogen mocht blijven rekenen.
Het Pottenbakkersarrest betreft volgens de Hoge Raad de vraag wanneer afrekening in de winstsfeer moet plaatsvinden. Maar de BOR heeft een andere achtergrond, namelijk het voorkomen dat heffing van erfbelasting de bedrijfscontinuïteit bedreigt. Daarom geldt de BOR niet ten aanzien van beleggingsvermogen. Beleggingen zijn immers gemakkelijk te gelde te maken zonder dat daarmee de continuïteit van het bedrijf in gevaar komt. Daarom moet men voor de BOR alleen vermogensbestanddelen tot het ondernemingsvermogen rekenen als zij op het moment van verkrijging voor ondernemingsdoeleinden werden aangehouden. Daarbij is niet van belang of een vermogensbestanddeel voor de winstberekening tot het ondernemingsvermogen valt te rekenen. De Hoge Raad merkt het voormalige kantoorpand als beleggingsvermogen aan. Hof Den Bosch krijgt de opdracht de zaak verder af te handelen.

Meer informatie:

Naar jurisprudentie overzicht


Naar boven

Wilt u beter adviseren over estate planning?
Meld u dan vandaag nog aan voor de meerdaagse opleiding Estate Planning Specialist

Uitgebreide Modellen Levenstestamenten
Completer dan ieder ander model, inclusief toelichting voor de levenstestateur

Kent u onze Estate Planning Tools al?
De meest geavanceerde reken- en datatoepassingen op de Nederlandse markt

Gebruiksvriendelijke Modellen Testamenten
Altijd up-to-date en inclusief een uitgebreide en heldere toelichting voor de testateur

Uniek in de markt: Aangifte Erfbelasting
Om op snelle, efficiënte en veilige wijze digitaal aangifte erfbelasting te kunnen doen

Twitter Linkedin