HR 3 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1508
03-11-2023 | Categorie: Jurisprudentie
Inspecteur hoefde het erfbelastingdossier inzake de nalatenschap van oma niet te onderzoeken
In de aangifte erfbelasting is verzuimd op te nemen dat erflaatster, de moeder van belanghebbende, is gerechtigd tot een legaat in de (onverdeelde) nalatenschap van de oma van belanghebbende. Het hof oordeelt dat de inspecteur over een nieuw feit beschikt. De door de inspecteur beschreven werkwijze ten behoeve van de aanslagregeling is aanvaardbaar. Bij deze werkwijze wordt per overlijdensgeval een dossier aangemaakt waarin zich de documenten bevinden die betrekking hebben op dat overlijdensgeval. De inspecteur was niet gehouden de aangifte erfbelasting aan een nader onderzoek te onderwerpen en evenmin moest hij op zoek gaan in andere dossiers naar nadere gegevens van erflaatster. Het voert te ver om te verlangen dat een inspecteur die een aangifte erfbelasting in behandeling heeft, moet controleren of er in het dossier gegevens aanwezig zijn die ook voor een ander dossier van belang zouden kunnen zijn en daartoe een renseigneringsplicht heeft. Er is geen sprake van een ambtelijk verzuim.
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur kan volstaan met het raadplegen van het (digitale) dossier dat is aangemaakt ter zake van het overlijden van erflaatster. Voor de heffing van erfbelasting bestaat namelijk geen ruimere onderzoeksplicht dan voor de IB-heffing. De Hoge Raad merkt verder nog op dat de inspecteur, die ook bekend was met het dossier van oma, dat dossier niet hoeft te raadplegen in verband met de afhandeling van het dossier van moeder. Dat beiden tot een beperkte groep van verwanten behoren, is niet van belang. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht