HR 1 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1666
21-12-2023 | Categorie: Jurisprudentie
Geen finale verrekening door negatief vermogen als gevolg van uitsluitingsclausule
Na hun echtscheiding twisten de man en de vrouw onder meer over het finaal verrekenbeding dat in hun huwelijkse voorwaarden is opgenomen. Tussen partijen is niet in geschil dat het door de vrouw van haar moeder met de uitsluitingsclausule geërfde vermogen buiten de finale verrekening moet blijven, zodat het hof ook hiervan uitgaat. Partijen zijn het oneens over de wijze waarop de finale verrekening moet plaatsvinden en in het bijzonder over de wijze waarop rekening moet worden gehouden met het door de vrouw met de uitsluitingsclausule geërfde en in de woning geïnvesteerde vermogen. Partijen zijn in hun huwelijkse voorwaarden een finaal verrekenbeding overeengekomen. Buiten de verrekening vallen goederen die bij het bestaan van een gemeenschap tussen partijen daarbuiten zouden zijn gevallen, waaronder vermogen waarvoor dat bij een uitsluitingsclausule in een testament is bepaald.
Gelet op het bepaalde in de huwelijkse voorwaarden wordt niet verrekend indien één van de echtgenoten een negatief vermogen heeft. Nu het vermogen van de vrouw negatief uitkomt, omdat de vrouw een erfenis heeft verkregen onder een uitsluitingsclausule waardoor dit vermogen moet worden genegeerd, hoeft de waarde van het vermogen van de man niet meer te worden vastgesteld en kan alleen al om die reden een deskundigenonderzoek achterwege blijven.
De Hoge Raad heeft het cassatieberoep zonder motivering verworpen.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht