Hof Arnhem-Leeuwarden 28 september 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:9077
01-11-2021 | Categorie: Jurisprudentie
Geen meerderjarigenbewind omdat levenstestament voldoende waarborgen bevat
Betrokkene is de moeder van de kinderen, verzoeker is de zoon van haar tweede echtgenoot die in 2020 is overleden. Betrokkene heeft op 29 november 2019 in een notariële akte een levenstestament gemaakt waarin zij haar tweede echtgenoot dan wel in tweede instantie aan verzoeker een algemene volmacht heeft gegeven. Bij verzoekschrift hebben de kinderen verzocht een bewind in te stellen over de goederen van betrokkene en een mentorschap in te stellen ten behoeve van betrokkene.
Verzoeker heeft naar het oordeel van het hof zorgvuldig en in het belang van betrokkene uitvoering gegeven – en doet dat nog steeds – aan zijn taak van algemeen gevolmachtigde. Verzoeker heeft zich direct tot een notaris gewend nadat de tweede echtgenoot van betrokkene was overleden om te bespreken wat er zou moeten gebeuren. Daarna heeft verzoeker direct contact opgenomen met de kinderen om hen daarover te informeren. Tot die tijd had verzoeker nauwelijks invulling gegeven aan zijn taak als algemeen gevolmachtigde op basis van het levenstestament omdat betrokkene volgens hem nog redelijk in staat leek haar eigen belangen te behartigen. Na het overlijden van de tweede echtgenoot leek zij echter hiertoe minder in staat te zijn en heeft verzoeker de kinderen in het proces betrokken.
Verzoeker is in het aanvullend testament van wijlen de tweede echtgenoot van betrokkene benoemd tot executeur-afwikkelingsbewindvoerder. Aan de stelling van de kinderen dat hierdoor de belangen van [verzoeker] tegengesteld zijn aan die van betrokkene – te meer nu verzoeker de woning van betrokkene en wijlen de tweede echtgenoot heeft gekocht en hij hun waterhuis huurt – waardoor hij zijn taak van algemeen gevolmachtigde niet goed kan uitvoeren, gaat het hof voorbij. Verzoeker heeft immers een tweede executeur laten benoemen om te waarborgen dat de nalatenschap van wijlen de tweede echtgenoot van betrokkene zorgvuldig kan worden afgewikkeld en om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen. Het hof gaat eveneens voorbij aan de stelling van de kinderen dat zij na het overlijden van de tweede echtgenoot een deel van de niet-vermogensrechtelijke zorg voor betrokkene op zich hebben genomen, nu dit niet afdoet aan het feit dat verzoeker de algemeen gevolmachtigde en eindverantwoordelijke is. Het hof overweegt dat partijen afspraken kunnen maken over de uitvoering van de verschillende taken.
Gelet op het vorenstaande acht het hof de regeling uit het levenstestament van betrokkene een met voldoende waarborgen omklede beschermende maatregel, zodat niet hoeft te worden teruggevallen op de wettelijke beschermingsmaatregelen van het bewind en het mentorschap.
Meer informatie:
Hof Arnhem-Leeuwarden 28 september 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:9077
Naar jurisprudentie overzicht