Hof Amsterdam 10 mei 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1309
24-05-2022 | Categorie: Jurisprudentie
Primaire verwachter tweetrapsmaking moet geïnformeerd worden na afgifte verklaring van erfrecht
De vader van klager is overleden in 2013. In zijn testament is een tweetrapsmaking opgenomen met benoeming van de echtgenote van vader als bezwaarde erfgename en de kinderen van vader als verwachters. De notaris heeft op verzoek van de bezwaarde erfgename een verklaring van erfrecht opgemaakt. Eind 2017 ontvangt klager via zijn partijnotaris een afschrift van het testament en van de verklaring van erfrecht. De bezwaarde erfgename blijkt geen boedelbeschrijving te hebben opgemaakt. Klager verwijt de notaris dat hij – direct na het opmaken van de verklaring van erfrecht – niet uit eigen beweging aan klager (1) heeft laten weten dat hij als verwachter in het testament van vader was genoemd en (2) een afschrift van het testament heeft gestuurd. Ook verwijt klager de notaris dat hij de bezwaarde erfgename niet direct erop heeft gewezen dat zij een boedelbeschrijving moest maken en deze aan de verwachters, onder wie klager, diende te verstrekken.
Er bestaat voor een notaris geen wettelijke verplichting tot het informeren van primaire verwachters bij een tweetrapsmaking. Naar het oordeel van het hof brengt de op een notaris rustende zorgplicht van art. 17 Wna echter mee dat een notaris, wanneer hij gevraagd wordt een verklaring van erfrecht af te geven in een nalatenschap, de primaire verwachters moet informeren over hun positie in de nalatenschap van de overledene. Dat een primaire verwachter een erfgenaam onder opschortende voorwaarde is, doet hier niet aan af. Een primaire verwachter heeft immers reeds direct na het overlijden bepaalde rechten als erfgenaam, zoals het recht op een boedelbeschrijving.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht