HR 1 december 2023, ECLI:NL:HR:2023:1664
01-12-2023 | Categorie: Jurisprudentie
Vermogen stichting vormt APV en is terecht in aanslag erfbelasting begrepen
Erflaatster, moeder van belanghebbende, is bij leven betrokken geweest bij de verwerving van vier panden door een stichting waarvan zij en belanghebbende bestuurders waren. Het doel van de stichting is het bevorderen van onderwijs in moderne talen en interculturele uitwisseling. In de jaren 1994 - 2008 koopt de stichting in totaal vier panden. Bij het opleggen van de aanslag erfbelasting houdt de inspecteur rekening met het vermogen van de stichting. Volgens de inspecteur moeten de bezittingen en schulden van de stichting worden aangemerkt als bezittingen en schulden van belanghebbende. Eén pand was eigendom van erflaatster en is in feite om niet ingebracht. Bij twee andere panden is sprake van een afzondering onder maatschappelijk ongebruikelijke voorwaarden. Bovendien beoogde erflaatster meer dan bijkomstig een particulier belang. Het wettelijke begrip ‘rechtens dan wel in feite, direct of indirect afzonderen van vermogen’ ziet in dit geval op alle vier panden, inclusief het door de stichting zelf aangekochte pand. Deze uitleg sluit aan bij doel en strekking van de wet, namelijk het zoveel als mogelijk voorkomen van een heffingsvacuüm, en de wetsgeschiedenis. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij geen begunstigde in de zin van art. 2.14a lid 6 Wet IB 2001 van de stichting kan worden.
Belanghebbende betoogt dat het hof ten onrechte het gehele vermogen van de stichting aan erflaatster heeft toegerekend in plaats van deels aan belanghebbende. De Hoge Raad oordeelt dat belanghebbende niet – subsidiair – heeft aangevoerd dat hij in dat geval ook zelf vermogen heeft afgezonderd in de stichting en dat als gevolg daarvan het vermogen van de Stichting gedeeltelijk aan hem zou moeten worden toegerekend en dus in zoverre niet kan worden geacht door hem krachtens erfrecht te zijn verkregen. Het middel faalt derhalve omdat het hof zich daarom niet hoefde uit te laten.
Meer informatie:
Naar jurisprudentie overzicht